dinsdag 2 december 2008

Verhaal 19 – week 10 – General ward

Deze week stonden we voor de tweede keer op General ward en de week begon gezellig. Op de vroege ochtend waren we al melig onder het vertalen van onze verpleegkundige visie van het Nederlands naar het Engels. Een te saaie klus, die er gewoon om vroeg verstoord te woorden. Onder andere door de kerstkaarten die op de tafel in de zusterpost stonden.. Het waren verschrikkelijke kerstkaarten met verschrikkelijke slijmende teksten. Deze teksten voorlezen op een zware mannenstem en je komt niet meer bij. Om wat te bedaren ging ik maar wat ijsberen door de zusterpost en ik kwam uit bij het prikbord. Om af te koelen ging ik de advertenties maar eens lezen. De A5-advertentie met daarin het woord ‘killed’ trok natuurlijk mijn aandacht:

Subject: elimination of stray birds/chicken from the hospital premises.
“blablabla….Because of the noise all stray birds/chicken on the hospital premises will be arrested and killed….bla bla”

Zie je het al voor je? Een gearresteerde geverfde kip?Je raadt het al. Ik kwam niet meer bij.

Stella en Julliet kwamen ’s avonds bij ons eten. We zouden iets Hollands voor hen bereiden, maar dat zat er helaas niet in. Met nasi kwamen we het meest in de buurt van de gemiddelde Hollandse keuken. Ze vonden het op fried rice lijken en smulden alles op. We lieten nog wat foto’s zien op onze laptop, zetten een muziekje op en bedachten een dansje voor in de kerk voor aankomende zondag.. JA! We waren uitgenodigd voor een kerkdienst! Mijn groene jurkje met legging eronder is goedgekeurd voor de dienst. Een sjaal moest in mijn haar geknoopt worden en toen was ik bijna een echte Ghanees.

Woensdags kochten Daan en ik een stofje voor een jurk die we wilden laten maken. Met de stof en met Stella, zijn we donderdag naar een nieuwe naaivrouw geweest. Ze gaat een zwarte strapless getailleerde jurk voor me maken. Nadat ik met handen en voeten (letterlijk) had uitgelegd hoe ik mijn jurk wilde hebben vroeg Stella welk model ik nog meer leuk vond.. nou eh.. tja. Ik wil mijn jurk gewoon zoals ik net heb uitgelegd.. en niet anders.. Maar zo bedoelde Stella het niet. Ze wou dat ik naast mijn westerse galajurk een Afrikaanse jurk zou hebben. En dat wou ze mij als cadeau geven! Ik voelde me een beetje bezwaard over wat het zou kosten.. is het niet te duur voor haar? Maar ze bleef aanhouden en het aanbod kon ik gewoon niet weigeren. Een complete handgemaakte Afrikaanse jurk. Te gek! Misschien zal ik hem maar 1 keer aandoen, maar het is gewoon zo supermooi om er een te hebben! Daan en ik breken onze hersens over wat we haar kunnen geven als afscheidscadeau. Suggesties?

Het weekend vulde zich stukje bij beetje met leuke dingen. Behalve één ding dan. Er stak helaas een gigantische urineweginfectie de kop op en moest ik gebruik maken van mijn uit voorzorg meegenomen amoxicillinekuur. Vrijdagavond hebben we even bij de uitgaansgelegenheid van Duayaw Nkwanta, Hang 10, wat gedronken. De muziek stond op zijn Ghanees veel te hard. Ze kennen hier geen decibellimiet. De kerkdienst van 10 uur ‘s avonds op het veldje tegenover hang 10 probeerde er gewoon bovenuit te komen door de volumeknop nog iets verder te draaien. Zaterdagochtend stonden we vroeg in de sportschool van Tyco om onze overtollige vetrilletjes om te toveren in spieren. Inmiddels zit ik, door al het ontdekte lekkere eten hier in Ghana, alweer op mijn oude gewicht. En daarom kon een half uurtje sporten geen kwaad. Door de warmte in de sportzaal gutste het zweet van me af en was de verfrissende duik in het zwembad meer dan welkom. Zondag begon ook vroeg, maar nu wel heel vroeg. Ik kom in Nederland zondags altijd al een beetje moeilijk uit mijn bed als om half negen de wekker gaat, maar nu was het echt TE vroeg. Half zeven! We gingen met Stella en Julliet mee naar hun kerk, de Pentacost Church. De buurman had zichzelf voor de tweede keer zelf uitgenodigd en wilde mee naar de kerk. Prima, kan hij mooi filmpjes maken van het robbertje dansen van ons. Maar uiteindelijk bleef hij toch thuis omdat zijn pas ingevlogen vrouw hevige buikklachten en diarree had, net als wij dat menigmaal doorgemaakt hebben. Om negen uur ’s ochtends begon de kerkdienst en daarom hadden we om acht uur ’s ochtends met Stella afgesproken bij het taxistation in Duayaw Nkwanta. Want, zei Stella, het is een aardig eindje lopen. Met nog geen 5 minuten waren we er, wachten geblazen dus. En om negen uur begon de dienst niet.. nee hoor, toen kwamen de eerste mensen de kerk binnendruppelen.

De kerk was nog niet helemaal af. Met ‘niet helemaal af’ bedoel ik: alleen een betonnen vloer en een geraamte van betonnen palen, dus: geen dak en geen muren. Eigenlijk mocht dit bouwsel dus ook geen kerk genoemd worden. Om te voorkomen dat de Afrikaanse hete zon en de tropische regenbuien de kerkdienst zouden verpesten waren er partytenten opgezet in ‘de kerk’. De partytent voorin werd onder andere door dr.Mo pontificaal bezet. Niet alleen in het ziekenhuis een man met aanzien, maar dus ook een hoge (zwarte) piet in de kerk. Het geluid werd met enorme knallen, piepen en gekraak getest. Daan en ik ergeren ons dood aan de afstelling van het geluid. Alles staat op maximaal volume waardoor zelfs de mooiste zangstem vergald wordt omdat de geluidsboxen het geluid niet aan kunnen. Een glazen vitrinekast werd naar voren gedragen en ik had werkelijk geen idee wat ze daar mee gingen doen. Normaliter wordt uit zo’n kast meatpie of yam op straat verkocht, maar nu werd de kitschkast opgevuld met nepbloemen en kerstlichtjes. En ja hoor, de preekstoel was klaar. En toen.. toen opeens bedacht ik mij dat dit ‘kerkgebouw’ dus ook geen enkele wc gelegenheid had. Geen muurtje om achter te hurken, geen gat in de grond.. ik met mijn blaasontsteking, minimaal 1 keer in het half uur nodig moetend. Wat nu?

Van een paar minuten over 8 tot 1 uur ’s middags heb ik het uitgehouden met mijn blaas en heb ik mijn ogen uitgekeken. Zoveel mooie aangeklede Afrikaanse mensen. Heel stiekem heb ik er foto’s van kunnen maken. Honderden beestjes liepen over mijn voeten, we dansten veel, swingden, hebben onze handen kapot geklapt en hebben zitten luisteren naar preken, getuigenissen en oproepen in het Twi. Waaronder de iets te lang durende oproep om geld te geven. De hele kerk is 4 keer dansend naar voren geweest om wat in de collecte-emmer te gooien. Om 1 uur ’s middags vond de voorganger de opbrengst groot genoeg en breidde een eind aan de hele happening.

En honger dat we hadden. Zwevend op onze benen vertrokken we naar Stella’s huisje. Ze woonde alleen had ze ons al eerder verteld. We dachten dus dat ze beschikte over een huis, maar niks was minder waar. In een huis dat ongeveer net zo groot is als ons huis woonde ze met nog zo’n 7 andere mensen. Ze had dus haar eigen slaapkamer, haar keuken is de gaspit op de gang naast haar kamerdeur. De douche en toilet worden gedeeld en zo ook de ziektes als je op die wc zou gaan zitten. Omdat ik al uren niet geweest was en mijn aangedane blaas aan het verkrampen was moest ik wel naar die wc. De douche en wc zaten in dezelfde ruimte, maar waren door een wandje gescheiden. Eerst zag ik de douche, waarvan ik eerst dacht dat het de wc was. De douche bestond uit een aflopende grond richting de achtermuur en in die achtermuur zat een gat. Daar liep alles dus heen… maar gelukkig redde een klein meisje mij van mijn onervarenheid. Ze had zelf net een boodschap gedaan op de wc, de andere kant van de muur. Ze wees me de wc en liet me alleen. Een groot vierkant blok beton met een rond gat erin. Alle smerigheid die je kunt bedenken zat op dat blok. Modder, haren, mieren, kevers, vliegen en ziektes. Een minuut heb ik staan kijken naar het blok en heb nagedacht over een techniek. Een techniek die mijn billen niet vies zouden maken, mijn kleren onbevlekt zou laten en last but not least: ik geen soa’s zou oplopen. Oke, legging naar beneden, boven het toilet hangen en steunen met mijn armen tegen de aardig schone achtermuur. Doe het maar eens na! De missie was geslaagd en mijn blaas was weer een beetje blij.

Na deze wc-ervaring en twee Nigeriaans-Ghanese films getiteld ‘Lost treasure’, had Stella het eten klaar. Spaghetti! Niet op een westerse manier, maar op een Ghanese. Een halve liter olie, paar tomaatjes, wortel, sla en tonijn uit blik er door heen. Vet. Maar het smaakte.

Stella en Julliet liepen met ons mee naar huis. Onderweg kwamen we langs de fotograaf die vorige week zaterdag foto’s van ons had gemaakt op de bruiloft. We kochten allebei een kopietje en Stella liep met ons verder richting ziekenhuis. We vroegen ons af waarom ze helemaal met ons mee liep. Een jongen was het. Er was een vriend van haar aan het werk in de apotheek. Hij had weekenddienst. En aangezien er in het weekend niet heel veel gebeurd in het ziekenhuis zat hij de hele dag films te kijken. George was de eerste Ghanese jongen die ik ontmoette die van westerse films houdt! Goede films van Phonebooth tot The Notebook adoreert hij. Hij is daarmee ook de eerste man die ik ken die wegzwijmelt bij The Notebook. ‘Is ie dan wel man?’ zal menig van jullie je wel afvragen. Jazeker, want volgens Daan en mij heeft hij een oogje op Stella. Ze zijn echt te leuk bij elkaar. In de ziekenhuisapotheek keken we stukjes film, luisterden we muziek van de Bee Gee’s tot en met Sean Paul en las ik ze voor uit de Nederlandse bijbel. Het werd tijd voor ons om te gaan en samen met Stella liepen we verder naar ons huis. Natuurlijk konden we onze monden niet dichthouden over wat we hadden gemerkt tussen die twee. En Stella gaf uiteindelijk toe dat ze er misschien wel serieus over na gaat denken of die George wat voor haar is.

Niet dat Daan en ik nog een belangrijk afspraak hadden staan ofzo. Maar we wilden ook graag naar huis om aan onze in-Ghana-opgelopen-filmverslaving toe te geven. The matrix, de film waarvan mijn moeder zegt: ‘wat een rare film..’, lag op ons te wachten. Deel 1 hadden we vrijdag al gezien, deel 2 en half deel 3 op zaterdagavond en finally op zondagavond het eind van de marathon..

De tijd gaat veel te snel. Dit is waarschijnlijk mijn laatste verhaal die ik vanuit Sunyani op internet zet. Argh! De tijd zie ik wegglijden, de dagen raken op en het aftellen komt steeds dichterbij. Met al mijn zintuigen probeer ik hier de laatste dingen op te nemen en ze te onthouden. Klinkt dramatisch. Aan de andere kant ook erg zin om weer thuis op de Veluwe te zijn. Bevrijd van alle beestjes en smerigheid.. de hoeveelheden kakkerlakken die ik ‘s nachts doodsla met mijn slippers, de eeuwige mieren in ons eten die ons verscheidene grammetjes gratis vlees opgeleverd hebben, de agressieve blanke mensenschuwende honden die naar mijn handen happen als ik ze lieflijk wil aaien en de altijd vieze voeten die niet meer schoon willen worden.

Het avontuur in Duayaw Nkwanta is een beetje op en de verhalen worden korter. Het leven in het dorp is gewend. Niet dat het niet meer leuk is.. maar het is gewoon gewend.. alles went. Zelfs de kleinste kindjes uit het dorp zijn na deze 10 weken aan ons gewend. Eerst waren ze bang, bang voor mijn witheid. Maar ze zijn nu eraan gewend, dat is te merken. Ze klemmen zich om mijn benen en houden mijn broek vast. De hele kleintje hangen zelfs aan mijn broek, wat niet echt heel relaxt is.. aangezien mijn broeken wat flubberiger zijn geworden door de ziekenhuiswasmachine en mijn kont misschien wat platter door het Afrikaanse vegetarische dieet. Met beide handen moet ik mijn broek dan vasthouden, terwijl Daan de schattige puppy’s van me aftrekt.

Dus niet meer van die spannende verhalen als in het begin van mijn verblijf. Het avontuur waar ik soms een dag op moet teren is de shuffle stand van windows media player.. welk muziekje zal na dit muziekje komen?! Ik weet het. Het is te zielig. Afrika kan dus ook gewoontjes zijn, net als Nederland. Wie had dat gedacht?! Van gewend Afrika avontuur ga ik naar een nieuw avontuur in januari. Ik heb vanuit hier in Ghana gesolliciteerd naar een stageplek in het VU Amsterdam. En ik sta op de voorlopige indeling! AH! Van het ene avontuur in het andere. I love it.

De laatste week ga ik nu in. Officieel staan we op de kinderafdeling, maar we gaan dinsdag sowieso mee op outreach en daarnaast willen we nog een keer op General Ward werken met verpleegkundige Bernard. Maar vrijdag.. vrijdag 5 december, dan gaan we zeker naar de kinderafdeling. Bepakt met ballonnen en misschien nog wel iets lekkers. Wie weet wat er in de zak van Sinterklaas zit? En….die dag is het dus ook de dag van mijn knaloranje pakketje uit Nederland!

woensdag 26 november 2008

Verhaal # 18 – Week 9 – Ghanese maaltijden en bruiloften

In mijn vorige verhaaltje zei ik het al… mijn eerste bezigheid deze week was het ophalen van mijn postpakketje! Mijn knaloranje Nike schoenendoos lag op mij te wachten in het postkantoor van Duayaw Nkwanta. Werkelijk geen idee wat er in kan zitten. Ik heb proberen te schudden en te horen wat er mogelijk in zou kunnen zitten, maar hij zit denk ik helemaal volgestouwd, want ik hoor niks.

Mijn oranje vriend staat naast mijn bed. Tot vijf december moet ik wachten met openmaken. Wat een martelgang. Over martelgangen gesproken. Maandagmiddag zaten Daan en ik samen midden in één.

Sunyani. Maandagmiddag. Visumdienst. We moesten onze visum laten verlengen omdat die van ons maar voor 2 maand geldig was.. vorige week zijn we twee keer bij onze vrienden van de visumdienst op bezoek geweest om uiteindelijk niks voor elkaar te krijgen.. We moesten afgelopen maandag terugkomen en hebben nog meer trammelant met de heren gehad dan vorige week maandag en dinsdag bij elkaar. De bureaucratische spelletjes kwamen maandagmiddag weer op tafel en dit maakte me aardig pissig. Omdat ik zeker wist dat het niet de normale gang van zaken was die ze ons wilden aansmeren en omdat ze ons gewoon aan het uitlachen waren, was voor mij de maat meer dan vol. Ik werd boos en begon een tirade over de gemaakte afspraken van vorige week, over het houden aan deze afspraken, over eerlijkheid, over het feit dat er niet gesold moet worden met vrijwilligers die Ghana komen bedienen en dat ze vrijwilligers wel met ene waardigheid mogen behandelen.

En daar werden ze wat stiller van. Én iets actiever, onze visum hadden we die middag binnen. Danielle was bang dat ik zou gaan schelden, maar die woorden bleven nog net binnen. Gelukkig, anders stonden we nu alweer in Nederland! We hebben hier nog veel te doen en af te ronden.. we willen nog wat aan de kust reizen en wat dingen ervaren.

Zoals dat Stella, van de outreach, maandagavond voor ons zou koken. Julliet kwam ook mee en Stella leerde ons een Ghanese maaltijd koken: gekookte Yam (soort aardappel), gekookte red planteen (een soort rode banaan, erg zoet!) en een dipsausje dat ‘stew’ heet. De stew bestond uit Achossy (een soort gesneden selderij-spinazie), ei, tomaten, ui, rode palmolie, tonijn, een maggiblokje met garnalensmaak. Ik was een beetje bang dat ik onder dit eten kokhalsneigingen zou krijgen, aangezien de vorige keer dat er voor ons gekookt werd, ik een week lang aan de dunne was. Het smaakte ons tegen alle verwachtingen in bijzonder goed. We hebben de restjes van de saus zelfs ingevroren om nog eens van te genieten! Met Stella en Julliet was het erg gezellig, volgende week gaan wij voor hen iets Hollands koken en gaan we ze wat woorden Nederlands bijbrengen.

Toen onze culinaire date maandag ten einde kwam, wilde Stella maar al te graag een nieuwe afspraak maken! Prima.. misschien het weekend of volgende week. Stella kwam het liefst de volgende avond al weer langs, maar wij waren te druk.. het weekend kon ze niet, omdat ze de bruiloft van een vriendin van haar organiseerde en zaterdag de grote dag was. Tussen neus en lippen door vroeg ze of we mee wilden.. maar natuurlijk! Een Ghanese bruiloft meemaken, wie wil dat nou niet?!

Onder het koken maandagavond kwam een gezellige Nederlandse dikke man aan ons hek en begroette ons met een goedenavond. Een orthopedisch instrumentenmaker uit Putten met een enorme pens, net uit Nederland ingevlogen om voor drie weken hier te werken, stelde zich voor, maar zijn naam ben ik alweer kwijt. Hij vroeg of hij ’s avonds op de koffie kon komen. Mensen die zichzelf uitnodigen heb ik altijd mijn twijfels bij, maar deze man bleek onder de koffie wel heel aardig te zijn. Misschien ook omdat hij een banketstaaf had meegenomen vanuit Nederland. In Nederland wordt ik niet warm of koud van deze lekkernij, maar hier sta ik al zo lang droog qua dit soort eetbare dingen, dat mijn ogen begonnen te glimmen en mijn speekselklieren iets te hard in werking werden gezet. De beste man is in het huisje van de Utrechtse studenten geplaatst. Een huisje onder de bomen, met veel ongedierte, een lekkend dak en veel ongezelligheid. Zijn ontbijt bestaat uit saaie broodjes jam en omdat ik dat zelf ook heb meegemaakt heb ik hem geholpen om aan ander beleg te komen. De pindakaas heb ik een paar weken geleden ontdekt op de markt. De pindakaas heet eigenlijk brownnutpaste, geplette brownnuts, en wordt in plastic zakjes verkocht. Kun je het voorstellen? Calvé in een boterhamzakje? En weet je waar ze het hier eigenlijk voor gebruiken? Voor brownnutsoep. Ik eet dus bouillon op brood..
En kun je het voorstellen hoe het is om zonder beddengoed op een kaal matras te slapen? Mijn beddengoed en de andere was was heeft namelijk een nachtje bij de wasman gelogeerd. Op zich niet zo erg, we vertrouwen hem wel.. maar mijn bed had ik ook in de was gedaan. whoops! Geen lakens, geen pyama. Dat werd slapen onder een handdoekje.

Woensdag was een heugelijke dag. We kregen om 8 uur ’s ochtends een vergoeding voor ons gestolen eten. Vijfenzestig cedi’s rijker stapten we in een taxi richting Sunyani en stapten uit bij de stofjesmarkt. Op zoek naar een stofje voor mezelf, maar ook voor mijn zus. Na deze uitputtende zoektocht hebben we een taxi naar het Eusbett hotel gepakt en verorberden we samen 1 pizza en 1 bord patat met kip.. oh..wat een heerlijkheid.

De volgende dag heb ik gelijk de stofjes naar de nieuwe naaiman gebracht. Omdat onze eerste naaiman alleen in het engels kon vertellen hoeveel geld hij voor de klus wilde hebben, durfde ik de mijn nieuwe project niet in zijn handen te leggen. Maar de nieuwe naaiman kon bijzonder goed Engels.. YES! En hij snapte precies wat ik wilde! AHH. Homoseksueel? Misschien. Het is hier iets lastiger te zeggen dan in Nederland. Alles is nu in de handen van de nieuwe naaiman. Maandag is het al klaar! Wah! Spannend. Spannend of mijn zus het past, of de Afrikaanse print haar staat.. of ze mijn ontwerp mooi vindt… hmm.. ben ik aan het stressen?

Zaterdag stonden we vroeg op om passende kleding uit te zoeken voor de bruiloft van de vriendin van Stella! Welke jurk moet ik aan?! Mijn groene gebloemde, of mijn retroprintjurkje? Het puistje op mijn decolletee was de doorslaande factor en gaf de beslissing: het werd mijn retroprint jurkje met niet al te veel decolleté. Goede beslissing, het viel in de smaak, verscheidene complimentjes. Zelfs de nieuwe naaiman kon het niet laten toen ik hem op straat tegenkwam.

Aangekomen bij de presbytarian church moesten wij blanken ook even vereeuwigd door een paar kiekjes. Want wie heeft er nou een blanke op zijn bruiloft, das staat wel heel bijzonder in het plakboek. De kerk zag er aan de buitenkant aardig uit, de binnenkant nogal wat minder. Alles van beton. Grijze muren, waar de bouwaantekeningen zelfs nog op stonden! Aangezien het lang duurde voordat de het aanstaand echtpaar aankwam en Laura niet zo lang stil kan zitten en wachten, ging ze maar even wat kiekjes maken van de lieftallige bruidsmeisjes.
Eindelijk. Daar kwamen de trouwauto’s aan. Sister act kwam luidkeels binnen, gevolgd door de bruidsmeisjes, de bruid met haar getuige en de bruidegom met zijn getuige. De kerkdienst was één groot feest. De marching band opende feestend de voorzang. Waarop verschillende preekjes volgden, die door de menigte met ja en amen werd beantwoord. Dansend moesten we ons naar voren verplaatsen in de kerk om de collecte in te leveren. Dit alles zie ik nog niet gebeuren in VEG Oldebroek. Jammer. Het is echt heel leuk!
Het jawoord werd gegeven en de bruidegom tilde heel voorzichtig de sluier op van zijn mooie bruid. Ze sneden een ieniemienie taart aan en veilden de ballonnenboog. And finally… dinner! Daan en ik waren bijna bewusteloos door onze lage bloedsuikers, we zaten en dansten als zo’n 6 uur in de kerk en hadden al zo’n 7 uur niks gegeten of gedronken. We stonden, wankelend op onze benen en bijna omvallend van de hitte en zweetgeuren, in een rij van zo’n 200 man te wachten op een bordje fried chicken met vier soorten rijst, een yam-bal, een visprutje en niet te vergeten het eeuwige scherpe prutje waar vissenkoppen in drijven.

Na het eten genoten we nog even van de dansende menigte en gingen toen met Julliet richting huis.
Onze zaterdagavond was nogal saai en niet een blog waardig. Alleen dan dat we de film Munich hadden gekeken. Die nacht droomden Daan en ik allebei over terroristen en begon onze zondag een beetje verward. Het was sowieso een rare dag zondag. We vierden kerst. Omdat hier in Ghana ons niks doet voorbereiden op de gezellige dagen, moesten we onszelf maar wat voorbereiden. Anders hebben we 23 december zo’n enorme cultuurshock.

Zondagochtend gingen we op weg naar de markt voor onze kerstboodschapjes en wat kwamen we onderweg op straat tegen? Een kalkoen! Wordt dat ons kerstmaaltje?
Nee, ons kerstdiner is uiteindelijk overheerlijke kipkerrie zonder kip uit de vriezer met verse ananas geworden met als toetje chocoladepudding. De film ‘the Holiday’ hadden we bewaard voor deze dag, het engeltje kwam uit de kast en werd op tafel gezet en de kerstliedjes zijn plat gedraaid.

Draaien in Nederland de kerstliedjes ook op volle toeren? Of is het sinterklaas die nu nog alle aandacht opeist? Zijn jullie het al zat? Geniet maar van alle overdrevenheid in Nederland. Hier, Ghana, waar geen sinterklaas of kerstman te bekennen is, is het toch wel aardig saai..

dinsdag 18 november 2008

Verhaal #17 – Week 8 – Dieven, outreach & huiswerk

Met een dikke kater van de diefstal en een verschrikkelijke spierpijn in mijn kuiten van het dansen, maakte ik maandagochtend een lijst van de met spullen die vermist waren.. van tampons tot chocoladepasta en alles wat zich daar tussenin bevindt (??!). Omdat we dus echt niks meer te eten hadden gingen we die dag vroeg op weg naar Sunyani om onze koelkast opnieuw te vullen. Net voordat we vertrokken kwamen de schilders, van geen kwaad bewust, fluitend binnengewandeld. We vertelden wat er zich het weekend was voorgevallen. Ze waren erg geschrokken en leken de onschuldigheid zelve.

Voordat we in een trotro richting Sunyani sprongen, gingen we nog even langs Charles Mensah om het slechte nieuws te vertellen. Hij leek bijna in shock.. een diefstal op het terrein van het ziekenhuis.. dat was nog niet eerder gebeurd.. samen met sister Mary kwamen ze de keuken inspecteren en ook zij konden niks eetbaars meer aantreffen, behalve dan de twee vastgevroren kipkerrie diepvriesmaaltijden in de vriezer.

In Sunyani kochten we niet als eerste onze vermissingen terug, maar wel een paar handgemaakte slippers bij een lief manneke en op een terras kochten we een warm worstje met een ijskoude Fanta cocktail. Bij terugkomst konden de schilders ons vertellen wie de dieven waren. Sister Mary had het hun verteld. Het waren drie jochies van een jaar of 10 uit het dorp. Misschien waren het wel een paar van de kinderen die vaker aan ons hek komen om te vragen of ze onze afvalzak mogen weggooien (lees: op de kop gooien, plunderen en daarna onopgeruimd achterlaten). Een paar dagen later was het verhaal over de inbrekers opeens drastisch veranderd. De gevangene (1 dus) was van het politiebureau in Duayaw Nkwanta overgebracht naar de gevangenis van Sunyani.. hmm.. volgende week zal het verhaal vast weer een andere wending hebben aangenomen.

De schilders hadden onder het boodschappen doen goed werk verricht. De keuken was voorzien van een nieuw likje verf en we konden de keuken dus lekker schoonmaken en inrichten met onze nieuwe spullen.. de schilders hadden zelfs een nieuw slot op onze keukendeur gezet, omdat we daar geen sleutel van hadden! Als klap op de vuurpijl een nieuw dik hangslot voor op het hek. Heerlijk. Alles weer veilig normaal.

Maandag was dus een bijkomdag. Dinsdag niet. Dinsdag gingen we ons weer nuttig maken op outreach! We gingen weer mee met Stella en Julliet! Dit keer iets verder weg.. langs de kant van de weg richting Sunyani. Moeders met kinderen kwamen zweterig en uitgeput uit de bushbush geklauterd. Ik was zoo benieuwd waar zij helemaal vandaan kwamen gelopen. Stella vertelde me dat we, als de bushbush minder drassig was, we midden door de bushbush waren gegaan om naar de verschillende kampen van hutjes te gaan.. hmm.. maybe next time?

Bernice was dit keer ook mee op outreach en zij vroeg mij of ik serieus op zoek was naar een levenspartner. Ze had nog wel een broer in de aanbieding.. Ik vroeg haar waarom ze me dat vroeg.. zie ik er zo wanhopig uit? Ja, zo zag ik er zeker uit volgens haar. Mijn ring zat om mijn wijsvinger, zoals die daar altijd zit, en dat betekent dat je serieus op zoek bent naar een levenspartner.. Had me dat even een paar weken eerder verteld, dan had het wat huwelijksaanzoeken gescheeld!

Elke vinger heeft zo zijn eigen betekenis. Een ring aan je wijsvinger betekent dus dat je zoekende bent. Als hij aan de middelvinger zit heeft, heet het ‘promissed’, zoiets als verkering. De ringvinger wordt gebruikt door verloofde en getrouwde stelletjes, de pink voor zwangere vrouwen (slim als je door de zwangerschap dikke vingers krijgt en je trouwring niet meer om je ringvinger past!) en als laatste de duimring.. zo moet je in Ghana echt niet over straat gaan! Want het betekent dat je een prostituee bent. Gelukkig heb ik de afgelopen 8 weken op standje ‘zoekend’ rondgelopen.. de aandacht van het dragen van je ring om je duim was denk ik echt dodelijk geweest.

Op outreach leer je dus niet alleen hoe het Ghanese consultatiebureau in elkaar steekt, maar ook hoe je minder aandacht van mannen bereikt. Het ziekenhuis heeft niet alleen 1 outreachgroep, maar heeft een paar keer per jaar extra hulptroepen… en die kwamen donderdagochtend zelfs langs onze deur.. ik stond net buiten bij de wasbak mijn tanden te poetsen toen ze voorbij kwamen. Ze vroegen of ik nog ergens een baby had.. Ehm… nee, helaas niet.. ze gingen van deur tot deur om baby’s te vaccineren voor de jaarlijkse poliocampagne.

Zaterdag had ik eigenlijk voor het eerst een heel sterk verlangen om thuis te zijn.. om wakker te worden onder warme dekens, schone lakens. Dat ik met moeite uit mijn bedje zou kruipen en de trap naar boven zou beklimmen. In de keuken een broodje hagelslag en een kopje earth-thee te maken en in de badkamer mijn lieve zusjes kakelend aan te treffen.
Die zaterdagochtend kwam ik alleen tot het drinken van een kopje earth-thee in een lege woonkamer.. meer zat er niet voor me in.

De rest van de dag bracht me toch meer dan ik verwachtte. De stofjesmarkt in Kumasi deed mij duizelen en helaas zorgde dat er voor dat ik niet kon kiezen. Mijn heimweegevoel slonk bij het eten van een dubbele hamburger, een pizza en een bord frietjes (gedeeld met Daan) en we hadden een gezellige tijd met Neil en Michael, de jongens die we vorig weekend ontmoetten op de touwbrug in Kakum National Park. We oefenden nog eens een keer onze afding-trucjes uit bij de souvenirkraampjes en ik heb geleerd hoe je een sinaasappel op een Ghanese manier eet. Deze manier moet ik jullie echt een keer voordoen. De sinaasappelschil wordt bewerkt met een scherp mes. De schil wordt een beetje afgeraspt, tot het punt dat je net nog wat oranje van de schil ziet.. dan snij je een klein kapje van de bovenkant af en klaar is kees. Je zet de sinaasappel aan je mond, knijpt in de sinaasappel… en slurpen maar!

Die avond kwamen met de trotro rond half negen weer Duayaw Nkwanta binnentuffen. Na ons uit het busje gewringd te hebben streken we nog even neer op het terras van een nieuwe uitgaansgelegenheid in Duayaw! ‘Hang 10’ heet het, en zo smaakt het bier er ook. Lauw. Aan de kust is het uitgaansleven beter geregeld.. nog drie weken..

Zondag was een relaxte dag. We zochten de souvenirs uit, schreven wat, lazen wat, puzzelden wat - welgeteld 11 sudoku’s - en bakten pannenkoeken met cassavemeel. Met heel veel suiker smaakten ze een beetje naar pannenkoek. Tussen de bedrijvigheid door op de relaxte zondag heb ik nog even een tussenstand gemaakt van mijn verblijf hier in Ghana, die toch alweer zo’n 8,5 week duurt:

Mijn verblijf hier dicht bij de evenaar heeft er voor gezorgd dat ik al redelijk bruin ben. Vooral mijn gezicht en armen.. ik hoop toch dat ik aan de kust de rest van mijn lichaam kan bruinen, wil echt nog wel iets meer kleur! Mijn voeten zijn trouwens ook echt heel bruin.. van de onderkant. Ze worden onder de douche niet meer schoon. Wat ook niet meer schoon wil worden is de was. De wasman zet nu zelfs onze witte was, voordat het in de wasmachine gaat, eerst een dag in het chloor om te bleken.
Ik spreek nog geen woord Spaans! Ik wou hier in Ghana, in mijn vrije tijd, een cursus Spaans doen die ik op mijn laptop had gezet, maar daar is nog niet veel van terecht gekomen. Les 1 en 2 zijn beluisterd, maar zijn helaas al weer weg uit mijn hoofd. Misschien moet ik maar weer eens beginnen. Waar ik op dit moment drukker mee ben zijn de souvenirs.. het is echt heel lastig om leuke dingetjes te vinden.. aangezien ik niet houd van beelden, maskers en Afrikaanse schilderijen, blijft er niet veel over.
In Nederland word ik wel eens controlfreak genoemd. In Afrika bestaat deze eigenschap niet omdat deze gewoonweg niet stand kan houden in de cultuur. Mijn controlfreak-gedrag, zoals alles willen plannen, wordt hier drastisch de kop ingedrukt, omdat plannen hier gewoon niet kan, alles loopt anders dan je verwacht. Dit zorgt voor onthutste momenten. Naast onthutst voel ik me ook een beetje wereldvreemd. Het nieuws mis ik! Maar gelukkig doet de Matthijs de Boer mij de hoofdpunten verslag. Hierdoor blijf ik ook nog een beetje op de Hoogte (11).
Ik heb Danielle leren uien snijden op een manier die er voor zorgt dat je hele kleine stukje uit hebt. Ik heb haar ananas leren snijden en leren zuinig te leven met je tandpasta. Daan heeft mij ook wat dingetje geleerd. Namelijk het omgooien van aardappeltjes en Danielle heeft mij iets geleerd wat de badmeester nooit gelukt is: Duiken! Vrijdagmiddag bij Tyco was het bijzondere moment daar, het bewijs staat op film.
Mijn dromen worden steeds levendiger door de bijwerkingen van de Lariam. De dromen houden standaard een uur voor mijn wekker op. Misschien komt het door het tijdsverschil met Nederland en staat mijn biologische klok op Nederlandse tijd, een uur vooruit op de Ghanese tijd..
Mijn fotomap ‘Ghana’ telt al zo’n 1062 foto’s. Hoeveel zullen het worden? 2008? 2110? De kaartenteller staat alweer op 20! En… er is 1 pakketje voor me! Ik kan hem maandag ophalen bij het postkantoor! Spannend!!

Het eerste wat ik maandag ga doen is dus naar het postkantoor! Daarna begint het werken op de afdelingen weer. Voor de tweede keer gaan we een week werken op de afdeling orthopedie. Daan en ik hebben in de planning om twee grote verslagen af te ronden. Maandag gaat onze gezellige Stella voor ons een Ghanese maaltijd koken in onze keuken én moeten we die dag ons visum ophalen..

We hoeven ons dus niet te vervelen. Hoop dat jullie je ook vermaken in het saaie koude Nederland…

liefs.

dinsdag 11 november 2008

Verhaal 16 – Weekend 8 – Cape coast, bomen en voetjes van de vloer

Vrijdag vroeg in de middag namen we afscheid van onze schilders.. we wensten ze succes want ze wilden proberen de keuken in het weekend af te krijgen, zodat we volgende week weer konden koken.. Dat zou heel fijn zijn.. alleen zou ons hek van ons binnenplein niet op slot kunnen in verband met de schilders. Maar ach ja.. het is hier bewaakt terrein. Vast geen dieven.. zonder enig gevoel van stress begonnen we aan de reis.

We reisden via Kumasi af naar Cape Coast. Zo’n 6 uur na ons vertrek stonden we voor Sammo’s guesthouse, een aanrader van onze travel guide. Op de breezy rooftop aten we om half 10 nog een bord met kip en patat. De eerste echt patatten sinds een heel heel hele lange tijd! Zelf de luidruchtige blanken (Engelsen) op het dak konden mijn eetlust niet verstoren!

Sammo’s Guesthouse schonk ons tegen een ietwat hoge prijs (4 euro p.p.p.n.) een redelijke kamer met balkon! En een wc die niet goed doorspoelde, een enorme spiegel en een douche waarvan de waterstraal alleen op knetterhard kon staan. De horde Mexicanen voor onze deur kregen we er gratis bij. Gezellig! Ze zaten er van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht.

Zaterdagochtend begon erg goed.. pancakes for breakfast! Dat was ook lang geleden.. na deze met suiker (want de sinaasappelstroop heb ik maar laten staan) verorberd te hebben gingen we op de goedkoopste manier richting Kakum National Park: by trotro! Een heenweg trotro is 1,50.. een taxi die ook op je wacht bij het park en je weer terug bent naar het hotel: 30 cedi’s. We zijn niet van het fonds dus gaan we altijd voor de meest goedkope manier. Daarmee kozen we ook voor de meest avontuurlijke optie, want de terugweg uit Kakum is nogal moeilijk te regelen.. maar ons Ghana-motto ‘We’ll survive’ heeft altijd nog gewerkt en dat zal hier in het zuiden ook vast zo zijn.

Bij aankomst in Kakum National Park waren we blij verrast. Het was de eerste goed verzorgde toeristenattractie zoals wij dat in Nederland gewend zijn. Daan kreeg zelfs associaties met het kabouterpad in Nunspeet.. ik hoopte toch echt dat Kakum iets meer spanning en sensatie zou geven dan het kabouterpad.. Bradt travel guide beloofde ons hoge bomen en een spannende touwbrug daartussen. Na onze tickets bij Kofi gehaald te hebben werden we door een gids meegesleurd richting touwbrug. Na wat klimwerk waren we aangekomen bij het begin van de canopy. Mijn eerste stapjes waren wat onwennig en wantrouwend, niet gek, want waar je op liep waren aan elkaar gesoldeerde ladders met plankjes over de spijlen heen. En die constructie hing dan op 40 meter hoogte tussen nog hogere bomen! Na mijn balans gevonden te hebben durfde ik zelfs mijn camera erbij te pakken en bijzonder mooi plaatjes te schieten. Toen Daan ‘het lijkt wel indiana Jones’ riep, reageerden 2 jongens voor ons. Neil, een Engelsman, en Michael, een Chinese Amerikaan met fotocamera op zijn buik, vrijwilligers in een ziekenhuis in het oosten van Ghana. Vanaf deze ontmoeting waren we onafscheidelijk.

De mannen waren nog niet zo lang in Ghana en wisten niet dat een taxi voor 30 cedi wel heel duur was.. Zij hadden dus een peperdure taxi van 30 cedi’s betaald, die op hen zou wachten bij de uitgang van het park. Mooi, daar konden wij dus gratis bij in. Stomtoevallig zaten zij ook in Sammo’s Guesthouse! Zij hadden het plan om die middag nog naar Elmina Castle te gaan en aangezien Daan en ik daar dit weekend ook een keer heen wilden besloten we met zijn viertjes te gaan.

Elmina bereikten we met een shared taxi. Door de afding-kunsten van Daan en mij, kostte deze taxi nog maar 50 pesuas (30 eurocent) per persoon. Hopelijk zouden de mannen hier wat van leren, anders zou hun verblijf in Ghana wel heel duur worden.. Voor de ophaalbrug van Fort st. George in Elmina werden we er uit gezet. St. George is een slavenfort dat voor het grootste gedeelte van zijn glorietijd door de Nederlanders werd bestuurd. In de veilingkamer kon je slaven uitkiezen en op ze bieden. Na een lang verblijf in de kerkers gingen ze naar de ‘room with no return’. Vanaf daar werden de negers op de boot gezet richting verschillende oorden. Naast deze grote gruweldaad werden de slaven ook nog eens extreem slecht behandeld. Met zijn honderdvijftigen in een te kleine ruimte, zonder licht, zonder toilet, zonder stromend water.. en daarnaast nog het feit dat de Nederlanders hun handen niet van de vrouwen konden houden. Wat heb ik mij geschaamd voor het gedrag van onze voorouders. Wie heeft ooit met zijn stomme hoofd bedacht dat ze mensen konden verhandelen?

In de kerkers ontmoetten we nog 2 Engelse meiden en 1 Amerikaanse. Zij werken in Accra voor een Aids-project en beschikten over een privé-trotro van dat project. Aangezien ook zijn in Sammo’s Guesthouse verbleven, konden wij gratis meerijden!

Omdat onze maaltijd de vorige avond zo goed had gesmaakt, klommen Daan, ik en de mannen weer op het dak om kip met patat te eten. Ik leerde ze ginnen, zij leerden mij een kaartspel dat verdacht veel op klaverjassen leek. De meiden nodigden ons uit om met de gratis trotro nog even ergens wat te gaan drinken en dansen. Daan en ik keken elkaar met een schuin oog aan, en we wisten gelijk dat we niet al te lang wilden uitgaan. We spraken af om gewoon even een uurtje er te spenderen.

De trotro bracht ons naar La Hacienda. Een grote partytent met links en rechts tafels en stoelen. In het midden een gangpad, dat ook als dansvloer werd gebruikt.. Omdat Daan en ik geen uitgaanskleding bij ons hadden, gingen we maar in ons toeristische kloffie. Lange broek, slippers, hemdje en een band in mijn haar. Geen idee hoe de uitgaande dames hier gekleed zijn.
Ik weet nog steeds niet hoe uitgaande dames er hier uitzien. We waren namelijk de enige vrouwen op de dansvloer. Op slippers zweette ik net zo hard mee als de mannen. Mijn kleren waren doorweekt. Mijn lichtpaarse hemdje was donkerpaars, mijn haar was kleddernat en mijn broek plakte aan alle kanten. Het dansen was geweldig. Dansen met mannen met een enorm gevoel voor ritme. De ene danst nog gekker dan de ander.. Echt een te gekke ervaring om zo tussen al die energie te staan..eh… ik bedoel dansen.

Op de dansvloer werden we door een vriendelijke man gewaarschuwd voor zakkenrollers. Daan en ik hadden allebei ons mobiel in onze broekzak en Daan gaat altijd over het geld, dus Daan had daar haar andere broekzak mee gevuld. Na deze waarschuwing heb ik zowaar drie keer iemand betrapt die mijn mobiel probeerde te jatten. Maar omdat mijn broek aardig plakkerig aan mijn been zat vastgeplakt voelde ik dus heel goed wie zijn handen niet thuis kon houden. Waaháá! Karatekick in zijn face. Neil, onze Engelsman had er geen erg in dat hij door een neger werd betast en was dus zijn telefoon kwijt!

We lieten ons door deze domper niet van de wijs brengen en dansten vrolijk verder. Om drie uur ’s nachts lag ik dan toch eindelijk in bed. Nog even snel gedoucht en toen bij Daan in bed gekropen.. zij lag al uitgebreid dwars slapend in bed, en daar moest ik me nog maar eens naast zien te wurmen. Met wat elleboogwerk lag Daan op de ene helft en ik aan de andere. Woelend van linkerzij, naar rechterzij, van foetushouding naar mijn buik.. geen één houding liet mij lekker inslapen. Niet kunnen slapen, en dan nog harder denken dat je echt heel graag wilt slapen. Wat er altijd voor zorgt dat je hele nacht geen oog dicht doet. Te druk. Net als wanneer ik een bruiloft heb gehad, of een ander groot feest.. hoeveel verdovende middelen je me dan ook geeft: ik slaap gewoon NIET die nacht.

Met een brak hoofd stapte ik om acht uur uit bed, want om half negen zouden we als afscheid ontbijten met de mannen op het dak. Maar toen we net onze kamer op slot deden, kwamen ze al aangelopen.. Ze hadden geen geld genoeg meer om te ontbijten.. ze hadden nog zo’n 10 cedi, 6 euro, om vanaf Cape Coast naar Ho te reizen.. zo’n 300 kilometer verderop. Na het aanbieden van wat geld zijn we toen maar met zijn tweetjes het dak opgeklommen en de pannenkoeken naar binnen gewerkt. Het was weer verrukkelijk! Onze tas pakten we in en hup, op naar het strand! Na een frisse duik in het wilde water genomen te hebben, klommen we op een barkruk van het Oasis Beach Resort. Hier hebben we nog een uurtje gezeten om te genieten van het uitzicht en natuurlijk om mensen te kijken.

Onder dat mensen kijken moest ik gewoon van 1 iemand een foto maken. niet dat het om die ene iemand ging, nee, het ging om zijn shirt! Hij had een brulshirt aan! Ze hebben hier in Ghana wel vaker lachwekkende shirts aan, waarvan zij meestal geen idee hebben wat het betekend. Zoals een man met een shirt van de Orange County Choppers.. voor zo ver ik weet zijn dat een stelletje Amerikaanse motormuizen.. deze beste man kon zich denk ik een motor niet veroorloven. Een onschuldig meisje met een Lonsdale-shirt, als zij eens wist wat dat betekende... Big mama’s gehuld in het bekende skate-merk Dickies. En de wasman gehuld in het uniform van de stadwacht Eindhoven. Eindhoven de gekste!! Maar dat snapte de wasman niet.

Na een geweldig leuk weekend begonnen we aan onze terugreis van 6 uur. Normaliter kun je vanuit de trotro een hele boel eten van de straat kopen. Maar op het trotro-station in Cape Coast was er geen één vrouwtje te bekennen die mij een overheerlijk meatpie vanaf haar hoofd wilde verkopen.. Na het ontbijt leefde ik op 3 appels en uiteindelijk om 6 uur ’s avonds stopte de trotro bij een tolhuisje en kon ik de meatpie van iemands hoofd af kopen. De ondertussen ontwikkelde hoofdpijn trok weg. In de trotro zaten mijn benen ongeveer ingevlochten en mijn linkerbil had al mijn gewicht en het zuurstoftekort bijna niet overleefd. De hele tijd kwamen Ghanese hits in me op die de vorige avond op de dansvloer voorbijkwamen. Ik moet toegeven dat ik het nog niet eens heel vervelend vind.. begin de liedjes leuk te vinden.. AH.

Het was echt een te gek weekend! De kust heeft ons betoverd met haar zoute zeelucht en feestsferen. Het heeft onze reisplannen zelfs overhoop gehaald. We gaan de laatste twee weken fulltime langs de kust reizen. Onze eerdere plannen waren om het oosten te bezoeken, maar dit gaan we waarschijnlijk in een lang weekend doen. We gaan dan in Ho gelijk onze vrijwillige-Chinees Michael opzoeken!

Helaas eindigde onze trip wat minder leuk.. toen we thuiskwamen stond het hek open van ons binnenplein.. hmm..raar..want de schilder trekt meestal het hek wel achter zijn kont dicht. Voorzichtig inspecteerden de ruimtes die niet afgesloten konden worden, de keuken en de wc.. De keuken was een grote bende! Alles overhoop gehaald en al wat eetbaar was: meegenomen… zelfs onze zelfgekookte diepvriesmaaltijden!!! Werk je als vrijwilliger hier in het ziekenhuis, betaal je je eigen onderhoud en zelfs huur voor je huis… word je ook nog eens even beroofd. Lekker dan.

Gelukkig zijn het (naast de tampons, maandverband, vochtige toiletdoekjes en toiletpapier) alleen de etenswaren. En dus is alles vervangbaar en opnieuw te kopen. Ownee.. niet alles! De tampons niet..die verkopen en gebruiken ze in Ghana gewoonweg niet. AH! Nouja, dat overleven we ook wel weer.

Ik ben benieuwd hoe dit gedoe volgende week af zal lopen. Of dit muisje nog een staartje zal krijgen. Ben benieuwd of we nog iets te weten komen over wie, wat, waar en wanneer.. misschien waren het de schilders die wij compleet vertrouwden.. of de tot-vervelends-toe-aandachtvragende-buurkinderen… We gaan morgen in alle vroegte op zoek naar Charles Mensah om dit te melden en om onze lijst van vermissingen door te geven, maar nu eerst: slapen! Zzz. Dat lukt nu vast wel na een te korte nacht en een te lange terugreis. Welterusten.

Verhaal 15 – Week 7 – Fysiotherapie, outreach, Nederlandse chirurgen en zwetende gespierde mannen op onze binnenplaats..

De titel zegt het al, een drukke gevarieerde en spannende week! Maandagochtend half negen ’s ochtends begon onze stageweek door middel van een bijeenkomst in een klaslokaal op de afdeling fysiotherapie. Charles Mensah, die deze buitenlandstage mogelijk heeft gemaakt, opende de week met een gebed in de streektaal Twi, waarop ik goedgelovig amen zei. Charles is hoofd fysiotherapie en las in een recordtijd de status van de patiënten van de orthopedische afdeling op. Vijfenveertig patiënten stonden deze week op de operatielijst en dus ook vijfenveertig nieuwe patiënten op de afdeling fysiotherapie, die na de operatie behandeling en begeleiding nodig hebben.

Na de bijeenkomst waren alle fysiotherapeuten en leerling fysiotherapeuten vrij om te gaan waar ze wilden. En wij? Wij ook. We moesten maar ergens achteraan hobbelen. Justice ving mij op. Hij kon vorige week moeilijk afscheid nemen van Heleen, een meisje uit Utrecht, en probeert nu dus troost bij ons te zoeken… Natuurlijk ben ik al verloofd Justice.. maar vrienden worden, tuurlijk, waarom niet. Justice liet ons zien wat er op de afdeling fysiotherapie te doen was. ’s Ochtends een inloopspreekuur in de gymzaal. Daar komen de patiënten binnendruppelen en gaan ze onder begeleiding van een (leerling)fysiotherapeut oefeningen doen. Er is een ruimte voor elektrotherapie om spieren en gewrichten te verwarmen en te masseren. Ook is er voor kinderen een speciaal hoekje. Daar worden kinderen met aangeboren afwijkingen behandeld en kindjes die om wat voor reden niet kunnen of niet hebben leren lopen, wordt dat geleerd. Na het inloopspreekuur gaan de fysiotherapeuten naar de afdelingen in het ziekenhuis. Daar geven ze op de afdelingen behandeling. En wanneer ze klaar zijn gaan ze naar huis. De ene keer om 1 uur ’s middags, de andere keer om 7 uur ’s avonds. Dat noemen ze hier in Afrika flexibele werktijden.

Maandag was ook de heuglijke dag dat Daan weer naar haar eigen bedje vertrok, zodat ik niet meer halve nachten op de doorgezakte bank hoefde door te brengen. Het bed was namelijk echt te klein voor ons tweetjes.. de chirurg die in Daans bed sliep is naar ons buurhuisje verhuist. Mooi. We dachten dat onze geheimzinnige ex-huischirurg geen tong had. Maar maandagavond kwam daar enigszins verandering in. Maandagavond ging ik bij dr. Rumpa en dr. Napoleon op de koffie. Daan had een moeheidaanval en zou een saai bezoek aan 2 orthopedisch chirurgen niet overleven. De koffie was heerlijk. En de daaropvolgende wandeling met dokter Rumpa was gezellig. Hij is besmet met het Afrika-virus, zoals hij het zelf omschrijft. Ah! Ik ben gewaarschuwd.

Zo’n tweeënhalf uur was ik heb ik doorgebracht met dr. Rumpa. Danielle werd ongerust en stuurde heel lief een smsje of ik nog leefde en of ik nog het plan had om naar huis te komen. Dat was maar beter ja, want het was laat. En dinsdag moesten we fris en fruitig zijn voor de outreach!

Om half negen ’s ochtends vertrokken we samen met Stella (Interpol zat de hele dag in mijn hoofd) en Julliet richting Susuaho. De volgepropte Unicef-tas en de veerunster werden in de laadbak van de jeep geslingerd en gaan met die banaan. Langs de kant van de weg installeerden we twee tafels met materialen en we hingen de weegschaal in de boom. Rijen moeders met kinderen en baby’s op de arm kwamen aangelopen. Daan en ik konden ons erg nuttig maken met het wegen van de kindjes en het invullen van groeidiagrammen. En het was niet alleen nuttig. Het was ook enorm gezellig met Stella en Julliet. Stella heeft zelfs beloofd een keer voor ons te koken. Maar dan niet diezelfde avond.. want dat zou een feestje van Daan en mij worden. We zaten dinsdag precies op de helft van onze tijd in Ghana en dat feit was een feestmaal waardig. Het diner bestond uit een superdunne McDonaldssmaakachtige hamburger met patat (yam) en een groenteprutje van tomaten, paprika en een uitje! Jammie!

We sloten de dag af met het uitzoeken van onze kleren en spullen, die we wel of niet terug naar huis wilden nemen. Ik heb drie dingen van Daan overgenomen.. gratis shoppen hier. Besef me dat ik geen eens tijd heb om iets degelijks voor kerst te kopen. En schoenen.. ik heb helemaal geen winterschoenen meer. Kom ik de koude kerst door met mijn ballerina’s? Of moet ik dan toch die oude Uggs met bont uit de kast trekken?

Misschien wel.. want Daantje was woensdag al voor de tweede keer snotverkouden in het warme Ghana. Daan in bed en ik boodschappen op de markt doen, de was ophalen, de postbode stalken en voor school aan de slag. Wat een werk. Ik was niet de enige die het er warm van kreeg. Op onze binnenplaats waren gespierde zwetende negers hard aan het werk, ze kwamen rechtstreeks uit de Coca-Cola reclame: de schilders, wat een mannen! Het wordt met de week erger hier.. Daan en ik werden vorige week giebelig van een 25-jarige Nederlandse jongen.. deze week sloeg de giebeligheid over in kriebels voor de schilder..

Aangezien de schilders veel vocht verloren, geen druppel water bij zich hadden en ik geen zin had in nog meer ziekte, zwakte of misselijkheid in mijn huis, bood ik ze regelmatig een zakje ijskoud water, peperdure appels en gesneden ananas aan. Ze lustten er wel pap van.
De donderdag was spannender. We keken met operaties mee van de Nederlandse chirurgen. Wat een gekraak van botten en pezen!! Net een horrorfilm. De operaties die wij meekeken, ging het om krom staande voetjes. En die moesten recht worden gezet. Dus een enorm geruk en getrek.

Toen dr. Rumpa daar zo stond te opereren, met zijn mondkapje voor, hoofdkapje op.. dikke witte borstelige wenkbrauwen die uitstaken, toen pas.. toen pas zag ik het! Waar ik maandagavond niet op kon komen… hij leek op iemand.. Sinterklaas! Dus Sinterklaas verzorgd niet alleen cadeaus op 5 december, maar opereert ook scheve pootjes in Ghana! Achter mijn mondkapje verscheen een brede glimlach. Maar die verdween weer toen ik mij bedacht dat ik nog een gedicht moet schrijven voor thuis.. JEK.

Mijn hoofd staat er gewoon nog niet naar. Ook niet gek met een weekendje Cape Coast in het vooruitzicht.. we gaan naar Cape coast, Elmina, Kakum National Park en parkeren onze kont vast nog wel even aan de kust…

maandag 3 november 2008

Verhaal 14 – Week # 6 – Maternity Ward

Baby’s!!! Deze week hebben Daan en ik veel kersverse, net opgedroogde, baby’s bewonderd.. Opborrelende moedergevoelens, klepperende eierstokken… en… weer heel veel op onze gat zitten. Dit keer niet wachten totdat het etenspauze zou zijn, maar nu was het wachten totdat iemand zou gaan bevallen.
Meestal waren twee van de drie baartafels bezet door puffende uitgeputte vrouwen. Over de baartafels zou ik een heel blog vol kunnen schrijven.. ten eerste vies... Ten tweede veel te smal.. ik had er met zo’n buik al lang naast gelegen. Het resultaat na 1 week baby’s kijken, rondjes lopen, bedden verschonen, medicijnen delen en met de nieuwe dokter (Nomen Nescio, nog steeds) de artsenronde doen: 1 halve natuurlijke bevalling en 1 keizersnee.

Omdat we op ons werk nog steeds veel stilzitten, is onze enige beweging naar het ziekenhuis lopen en weer naar huis. En van de bank, naar de keuken of naar de wc. We vonden het maar eens tijd om naar een sportschool te gaan.

Tyco, een club-restaurant-supermarkt-pompstation-zwembad-en-sportschool in een, werd aangeraden door onze Utrechtse medestagiaires. Donderdag hebben we ons er voor het eerst in het zweet gewerkt. Een kwartier op maximale snelheid gefietst! Zo dat was wennen.. En onder begeleiding van Joseph de sportman heb ik mijn buikspieren flink mishandeld. Zo voelt het in ieder geval. Nog even op de trilplaat, om mijn vet weg te laten trillen. Maar gelukkig vonden ze dat ik er niet lang op hoefde te staan. Mooi, uit dat ding, ik kon mijn maaginhoud al bijna niet meer binnenhouden.. toen klom 1 van de 2 gespierde gorilla’s op de plaat en lichtte toe dat hij de lijntjes van zijn 6pack iets wou uitdiepen..yeah yeah.. na ons een uurtje in het zweet gewerkt te hebben sprongen we in het heerlijk koele zwembad. Voor herhaling vatbaar. En dat is maar goed ook, want we hebben een maandabonnement!

Nergens, maar dan ook nergens in Ghana kun je iets in de trant van diepvriesmaaltijden kopen. Ook niet zo gek natuurlijk. Maar omdat wij niet elke dag zin hebben om te koken of om onze warme hap op de markt te halen. Hebben we deze diepvriesmaaltijden zelf maar geproduceerd: 4x Nederlandse gehaktschotel, 3x kip kerrie, 3x nasi, 4x chili con carne.. hmm!! Onder het koken, konden we vanuit onze keuken de schilders te werk zien bij onze buren. Aangezien de schilder bij ons in huis de kleuren op de muur had bekeken, was voor mij 1 en 1 twee. Spaans benauwd kreeg ik het, dat hij ook even ons huisje wilde doen.. ondertussen heeft hij zich al op onze binnenplaats weten te infiltreren!! Hij is over ons hek heen geklommen en heeft er alvast wat verfspullen neergezet. Ah… no way.

Vrijdag kwam Charles Mensah naar ons toe met een serieuze blik in zijn ogen. Hij meldde ons dat we uit ons huisje moesten. De reden dat we weg moesten was niet eens dat de schilder zijn ding moest doen. De reden was dat twee Nederlandse chirurgen (waarvan 1 inclusief gezin) een onderdak nodig hadden. Het ene gezin kon in het net geschilderde buurhuis, de chirurg die alleen was moest in ons huis. Met hebben en houden (van kledingkasten uitruimen tot het slopen van onze mooie kaartenmuur) zouden we naar het huisje van de drie Utrechtse meiden moeten verhuizen. Zij zijn namelijk al op weg naar Nederland… Daan en ik hadden al eerder tegen elkaar gezegd dat we om geen enkele reden ons huisje zouden verlaten. We voelen ons er net zo lekker thuis.. dit zeggende tegen Charles en kijkend met mijn Ally McBeal pruilgezicht kregen we het gedaan. We mochten blijven, maar dan zou Daan bij mij in bed moeten en de zoon van de ene chirurg in Daans bed.

Ok, vooruit met de geit. Daan bij mij in bed. Hoe dat gelukt is weet ik ook niet. want ik pas al niet eens in mijn eigen bed. Ik lig altijd dwars ’s nachts. Ongemak. Maar ja. Die jongen zal er waarschijnlijk ook niet om staan te springen om met ons onder 1 dak te wonen.. want ja, Daan en ik zijn allebei deze week ongesteld en we hebben het de hele dag over de vorm van onze ontlasting.

Daan en ik zijn van vrijdagmiddag tot zaterdagavond laat continue giebelig geweest over het feit dat er aankomende week een blanke 25-jarige jongen in zijn handdoekje over onze binnenplaats naar de douche zal lopen. We verzinnen dure dubbele namen, gokken naar een accent, schatten hoe lang hij is. Hoe desperite zijn we nou.. we zijn zes en een halve week uit Nederland en zijn nu al helemaal over onze toeren nu we uitzicht hebben op blanke Nederlandse mannelijkheid. Mannen in Nederland, jullie zijn gewaarschuwd met kerst!

Zaterdagochtend, voordat de chirurgen aankwamen, zijn we nog even ons buurhuis binnengeslopen dat van een nieuw likje verf was voorzien. Niet alleen de verf, maar ook het zeil was vernieuwd, een mand vol boodschappen stond op tafel en een krat STAR-bier.. Toen wij hier kwamen: niks van dat alles! Verwende chirurgen..

Zaterdagavond hadden we geen zin om te koken, zelfs niet om eten op te warmen! We worden echt te lui hier. Dus op naar de markt om eten te halen. Onderweg kwamen we enorme vrolijkheid tegen op straat, enorme hordes mensen, parades, getrommel.. borrel in mijn buik: dit is Afrika! Zelfs onze postbode Alex Ossei Bouison was in traditionele kleren gewaad. Ik herkende hem gelukkig net op tijd, net voor het moment dat het rare situaties zou opleveren. Ik bewonderde zijn kleding en vroeg wat er aan de hand was. De burgemeester zat 40 jaar op zijn stoel! Wow! Wat lang.. te lang!
We haastten ons uit de opslokkende menigte, omdat ons eten aan het afkoelen was.. ik had rijst met saus (saus uit een pan, waar ook vissenkoppen en gekookte eieren in lagen..goh.. je hebt soms last van diarree?! Maarnee…) en ik had planteen, gebakken banaan, sla en bruine bonen. Owja.. ik had ook nog kip… had kip. Maar heb die na 1 hap met afschuw de vuilnisbak ingemieterd. Net toen ik met een enorme drang naar vlees mijn tanden in het stukje overheerlijkheid zette, zag ik er een of ander insect op mijn kip zitten die dezelfde vleesdrang had.

Nog meer vieze beestjes zaten er in de douche die avond.. een dikke grote spin! Hm.. op zich is het me gelukt om in complete harmonie te leven met mijn slaapkamerspinnen, maar een spin in de douche.. wordt me toch iets te krap. Maar goed, deze keer kon hij in het hoekje blijven zitten toekijken. Halverwege mijn douchebeurt kwam er opeens een kakkerlak uit het gordijntje gekropen.. gatver hoorde ik mezelf hardop zeggen. De rillingen over mijn rug. Snel de kraan dichtgedraaid. En toen ik me omdraaide om mijn handdoekje te pakken… voelde ik voelsprieten op mijn rug… AAAAAHHHH!!!

We wilden allebei één ding.. uit deze ruimte!! En aangezien de kakkerlak niet het geduld had om te wachten tot ik eindelijk de deur van de haak kon krijgen, ging die maar rondjes vliegen en tegen me aanbeuken met zijn vieze lichaam.. mijn geschreeuw en gegil was ongeveer in heel West-Afrika te horen en Daan kreeg zowat een hartverzakking. Daan en ik besloten: alle beesten die we deze week tegenkomen zijn voor onze mannelijke landgenoot.

Tegen alle verwachtingen in, kwam niet de zoon, maar de chirurg bij ons in huis wonen. Weg avontuur. Deze chirurg heeft zich twee nachten in ons huis doorgebracht zonder zich voor te stellen. Wat een rare.. en wat nog gekker was, was dat hij zich na een douchebeurt heeft afgedroogd met onze keukenhanddoek. Oke, je handdoekje vergeten en dan onze keukenhanddoek met kippenprint gebruiken, prima! Maar dan net doen alsof je neus bloed? We hebben dat ding maar uitgekookt. De handdoek is nu van rood naar roze gegaan..

De zoon vroegen we zondag nog mee te zwemmen, maar hij had zijn afspraken al staan. Wij onze sociale plicht ook weer gedaan en met zijn tweeen vertrokken we richting Tyco. Bij Tyco aangekomen werd ons eerst de toegang geweigerd omdat er een feest was.. ja, maar wat is een feest zou zonder twee blanke dames? Dus wij mochten alsnog naar binnen. Te gek! Dansende Afrikanen aan de rand van het zwembad, dansende Afrikanen in het zwembad. De volumeknop op 10 of 11. Echt knetterhard! Maar we hebben heerlijk in het water gedreven en heerlijk gerelaxt op de luie stoelen. De zon werd me alleen een beetje te veel voor mijn hoofd.. hoofdpijn! En mijn ongesteldheid hielp daar ook nog eens een handje bij mee: om 20.00 uur lag ik in bed. Maandagochtend was het 07.30 dat ik mijn bed uitkwam, zonder hoofdpijn.

Aankomende week zijn er dus twee chirurgen aan het werk met bijzondere gevallen. Er staan 45 patienten op de operatielijst. Druk druk! Wij lopen mee op de afdeling fysiotherapie en zullen dinsdag en woensdag op outreach gaan naar dorpjes.

Well, mensen, dit was het weer. Volgende keer meer…

Liefs, Yaa-Laura Sarah


Ps. Yaa is mijn nieuwe voorste voornaam. Hier in Ghana is het gebruik om kinderen te vernoemen naar de dag dat ze geboren zijn. En aangezien ik op een mooie donderdag in augustus ’87 uit de buik van mijn moeder kwam heet ik Yaa. Jaa! En dan willen jullie ook vast weten wat jullie voorste voornaam zou zijn als jullie in Ghana waren geboren…

De eerste naam is vrouwelijk, de tweede is de mannelijke vorm:
Maandag: Aduoa, Kwaduro
Dinsdag: Abenas, Kwabena
Woensdag: Akua, Kwaku
Donderdag: Yaa, Yaw
Vrijdag: Afia, Kofi
Zaterdag: Amma, Kwame
Zondag: Akosua, Akwasi

En Sarah.. Laura Sarah noemden ze me in Mole. Ik vind het wel mooi.

Ps. Nog 2 weken kunnen jullie kaartjes naar me sturen.. want over zo’n 4,5 week vertrek ik uit dit huisje richting kust!

donderdag 30 oktober 2008

Verhaal 13 – week # 5 – Up north, op safari!

Na vier weken werken werden we beloond met een weekje vrij! Deze buitenkans lieten Daan en ik niet liggen en planden een rondreis door het hoge noorden. Niet het hoge noorden Europa, maar het noorden van Ghana! Na onze travel guide te hebben doorgespit, er over gedagdroomd te hebben en met mensen erover gepraat te hebben hadden we dan toch uiteindelijk een planning voor ons. Want Laura ‘controlfreak’ wilde tijdens de week vol nieuwe dingen, zich toch graag aan 1 zekerheid kunnen vasthouden.

Vrijdagmiddag vertrokken we, met planning op zak en een zo licht mogelijke rugtas op onze rug. Een zo licht mogelijke tas betekent: geen scheermes, niet genoeg schone handdoeken, te weinig onderbroeken, 1 korte broek waar ik negen dagen in moest lopen, geen haarlak… ik had dus het vooruitzicht dat ik zou stinken en er niet uit zou zien. Maar wat maakt het uit. Ik ga niet naar het noorden om een man aan de haak te slaan! Owja, en om niet te provoceren had ik geen hemdjes mee.. deze schijnen in het noorden niet echt gepast te zijn..

Mijn man, een jongeman die op het trotrostation van Duayaw Nkwanta werkt en mij zijn vrouw noemt, zwaaide ons uit en we vertrokken naar Wenchi via Sunyani. De weg naar Wenchi was een stukje hetzelfde als de weg naar Techiman (zie verhaal 7): een achtbaanrit! Maar dit keer bij daglicht. In Wenchi kochten we onze Ghanese warme hap op de markt en regelden ons eerste hotel. Het Baah-hotel bood ons onderdak voor een mooie twee euro vijftig per nacht. Die twee euro vijftig was goed voor een douche, met afvoer naar buiten. Een enorme stink wc en maar liefst twee bedden met overduidelijke lattenbodem. Niet wetend dat we nog wel beroerder zouden huizen, met volle maag en na een telefoongesprek met lieve sas, viel ik al gauw in slaap. Vanuit Wenchi, onze slaapplaats, was Bui National Park goed te bereiken. Nouja, 3 uur hobbelen verderop.. en dat met een kindje onder de uitslag tegen me aan gedrukt, half liggend op mijn schoot en kietelend aan mijn witte kuiten. Drie uur en een slaapkont verder kwamen we in Bui National Park aan. Eigenlijk wilden we hier de kanotocht doen om nijlpaarden te zien, maar aangezien we dan misschien vast kwamen te zitten in het gat omdat we de laatste trotro terug dan niet zouden halen, gingen we alleen de berg beklimmen. Vanaf deze berg heb je uitzicht over het park en kun je Côte d’Ivoir (Ivoorkust) zien! De wandeling naar de top was een heel avontuur, door 2 meter hoog rietgras een weg banen en opgegeten door de bushbugs. Dat zijn kleine zwarte vliegjes die op je bloed azen en, wanneer je 10 jaar onbeschermd door ze geprikt wordt, word je blind. Gelukkig zijn we in Ghana maar drie maanden. Op de berg hebben we een halfuurtje genoten van het uitzicht en keerden toen weer terug. Na een potje wildplassen in de bush-bush en met echt bronwater, opgepompt door kinderen uit de buurt, gingen we weer op weg, op zoek naar een trotro die ons naar Wenchi kon vervoeren. Een ritje trotro werd het niet, maar wel een zitplek in de cabine van een oude lompe DAF vrachtwagen uit Nederland (aangezien alle waarschuwingsbordjes die in de cabine hingen in het Nederlands waren). Een gratis ritje. Alleen nóg meer hobbelen dan in de trotro. Een vrachtwagen heeft natuurlijk meer wielen die door de gaten in de weg moeten. Gelukkig had de vrachtwagen geen lading en dus minder kans op ongelukken en pech.

Terug in het hotel in Wenchi bevrijdde ik het halve woud uit mijn broek en sprong ik onder de douche. Helaas was er geen stroom en dus geen licht. Daarom werd ik door Daan met de knijpkat begluurd en bijgeschenen. Toen ik schoon was werd er op de deur geklopt en een andere gast uit het hotel nodigde ons uit om een hapje mee te eten. Vooruit met de geit, weer een avontuur. We hebben Banku geproeft. Gekookte mais, vermalen tot een bal, die je moet dippen in een saus met daarin drijvend een ruggengraat van een onbekend wezen met hier en daar wat vlees er aan. Niet te doen. Alleen de maïsbal was nog een beetje neutraal van smaak. Na een goed gesprek met de drie wijze mannen keerden we terug naar onze kamer. De volgende ochtend reisden we van Wenchi naar Wa. Op een te krappe achterbank (met mijn kont tegen de rugleuning en knieën in de rugleuning van mijn voorbuurman geperst) heb ik het 8 uur lang uitgehouden. Ik voelde voor het eerst wat menig bovengemiddeld lang persoon menigmaal meemaakt in het openbaar vervoer (denk aan: Aad, Matthijs, Rob..). Mijn rugtas werd achterin de bus gepropt. Wat ik verschrikkelijk vond, geen overzicht over mijn spulletjes!! De muziek stond veel te hard en de speaker hing ook nog eens boven mijn hoofd. Na drie keer dezelfde Ghanese worship-cd aangehoord te hebben en te beseffen dat ik nog 3 uur zo moest blijven zitten werd ik een beetje sippig. En daarnaast voelde ik me echt heel vies. Zandvlagen werden door de trotro geblazen en dat in combinatie met overmatig zweten, was ik niet meer blank maar roodhuidig. Maar oude muziek van Westlife, wat hier enorm populair is, pepte me op. Celine Dion probeerde daar verandering in te brengen maar Elton John wisselde haar gelukkig snel af.

Net voordat ik een trombosebeen zou krijgen van mijn beknelde zithouding, kwamen we in Wa aan. We regelden een hotel , bekeken het stadje en bezochten het oude en nieuwe Wa-Na Palace. Het gemeentehuis als het ware. Op zoek naar lekker avondeten struinden we veel kraampjes af, en uiteindelijk aten we bij kraampje nr. 1. Overheerlijke fried rice met 2 stukjes kip, een gekookt ei, salade, witte bonen in tomatensaus, mayonaise en ketchup.. smullen! Na deze overheerlijkheid gedoucht met een emmertje, omdat er geen stromend water was. Primitiever werd het met de dag. Want in Wechiau, waar we maandag heen gingen om nijlpaarden te spotten, was er geen stromend, geen elektriciteit en geen telefonisch bereik! De weg van Wa naar Wechiau legden we af met een jeep, zittend met nog 10 negers in een traliekooi. Deze reis weer eens wat nieuws geproefd: Cola. En dan niet coca cola. Maar cola van de colaboom. Een stukje hout waar ze op kauwen in plaats van op kauwgom. En het is ook nog eens goed voor je maagzweer. Ik verwachtte een frisse smaaksensatie in mijn mond, maar het tegenovergestelde bleek. Bitter! Vanaf de touristoffice in Wechiau werden we per jeep afgevoerd naar een letterlijke uithoek van Ghana. Onze slaapplek, een boomhut, keek uit over buurland Burkina Faso! Dit buurland heb ik zelfs kunnen aanraken, vanuit de boot waarin we zaten toen we die middag een kanosafari deden op de rivier Black Volta. Op deze kanosafari hebben we veel vogels en vlinders gezien, maar helaas niet de verwachtte nijlpaarden.. too bad. Onze persoonlijke gids voor het verblijf in Wechiau ging niet alleen mee op kanosafari, maar kookte ook voor ons en maakte onze bedden in de boomhut op! Te gek zo’n mannetje. Na het eten, zo rond half acht, klommen we al in de boom omdat het al aardedonker was. Het was een geweldige ervaring om onder de blote sterrenhemel te liggen en in slaap te vallen! Halverwege onze nacht begon het helaas erg hard te waaien en zat er regen aan te komen. Dus huppatee, spulletje pakken, uit de boom klimmen en naar onze schuilplek annex noodopvang rennen. Dit was een muf stoffig hok, met drie stenen bedden en een rondvliegend beest. Maar geen licht, dus een raadsel wat het was. Al gauw vielen we weer in slaap en nog sneller werd ik weer wakker. Kotsmisselijk en enorme buikkrampen.. ik durfde niet alleen naar de wc te gaan en maakte Daan wakker. Gelukkig was ze aanspreekbaar en ging gehoorzaam mee. Ook Daan voelde zich niet helemaal lekker. De wc durfden we ’s nachts niet te betreden en daarom gingen we allebei gehurkt achter het toiletgebouwtje. Twee diarree-hoopjes lieten we achter. De volgende ochtend voelden we ons echt zwaar ziek. Allebei enorme diarree die we bij daglicht wel durfden te lozen in het toilet dat bestond uit een gat in de vloer met daaronder een enorme wensput. PLONS! Hm.. wat zou de oorzaak zijn geweest van deze reactie van ons maagdarmstelsel? De 250 milliliter olie die onze gids/kok had gebruikt in de pastasaus? We zijn hier in Ghana zo gewend om vetarm te eten dat onze darmen de vette bedoening echt niet trokken.

De dinsdag begon dus niet zo lekker. Onze terugreis naar Wa ging gepaard met buikkrampen en misselijkheid. In Wa moest ik echt zo snel mogelijk een wc bezoeken en dat was het toilet op het trotrostation. Alleen het mannentoilet was beschikbaar. Weer een gat in de grond, waar je maar een beetje boven moest hangen zonder je ergens aan vast te kunnen houden. Zelfs de muur was geen optie om je aan vast te houden… de gehele 2 meter hoge muur zat vol met poep en plas en ondefinieerbare substanties. Maar ja, als je moet, dan moet je. We zijn niet doorgereist naar Larabanga, zoals het in mijn strakke planning stond ingecalculeerd. Door het ziek zijn, liep mijn planning in het water en mijn zekerheid viel weg. AH! We zijn in Wa weer naar hetzelfde hotel gegaan, om uit te zieken (oftewel: alles uit te poepen). Omdat we de volgende dag toch naar Mole National Park wilden gaan, ging ik nog even in mijn eentje op weg naar het busstation om de vertrektijden te vragen. Het busstation zou niet ver zijn volgens menig Ghanees die ik tegen kwam. Maar schijn bedriegt. Twee kilometer lopen met enorme diarree-aandrang, zweetaanvallen en kokhalsneigingen, geen pretje. Op de terugweg kwamen twee mannen naast me lopen. Niks vervelends hoor. Het enige vervelende was dat ze dachten dat ik een vijftienjarige Japanner was.

De bus vertrok vroeg. Als we 5.00 uur bij de bus zouden zijn, zouden we vroeg genoeg zijn om een kaartje te kunnen bemachtigen.. maar 4.50 uur waren alle kaartjes uitgekocht! Nee.. niet nog een dag in het gat Wa. We stelden de buschauffeur zelfs al voor om 6 uur lang in het gangpad of in de laadruimte te zitten. We waren onze wanhoop nabij, tranen in mijn ogen, toen onze redding kwam! Een luxueuze jeep reed voor en liet ons instappen. Wat een zegen! Echt.. Daan en ik waren onvoorstelbaar blij. Deze jeep deed ons al om 8.30 arriveren in Larabanga, het dorpje voor Mole. Met gehuurde fietsen, waar mijn ketting natuurlijk afviel, legden we de laatste kilometers richting Mole af. Bij Daniel, de vriendelijke receptionist, regelden we onze kamer en doken we zo snel mogelijk in het zwembad met ongelofelijk mooi uitzicht! Een vallei met twee meren waarin olifanten aan het zwemmen waren!! Op het uitkijkpunt over de vallei heb ik zo’n uur van het uitzicht genoten, terwijl Daan aan het slapen was op onze kamer. Djimah, een van de gidsen van het Mole Park, gaf me op het uitkijkpunt de uitleg dat wanneer het droge seizoen meer zijn intrede had gedaan, er ook meer olifanten naar deze twee meren zouden komen. Omdat deze één van de weinige meren in Mole zijn die niet opdroogt in het droge seizoen. Chris uit Australië met enorm accent kwam er bij zitten en liet mij jaloers zijn op zijn Nikon spiegelreflexcamera. Daniel kwam er ook nog even bijzitten en vroeg of ik kon zwemmen. Maar natuurlijk! Hij niet. ‘Waarom heb je dat niet als kind geleerd?’ was mijn vraag. ‘Omdat, waar ik op ben gegroeid, geen water was’ antwoorde hij. Logisch. Dom, Laura. En of ik het hem kon leren. Ja hoor, maar eerst op wandelsafari door Mole Park!!
De safari was een geweldige wandeling door de bushbush, afgewisseld met savanneachtige beelden. De olifanten waren tijdens de safari helaas nergens te bekennen.. omdat er nog veel meertjes waren, waren de olifanten dus verspreid over het park en dus moeilijker te vinden. Daan, Chris en ik hebben veel zwijnen, apen en antilopen gezien. De apen hielden zich zelfs op voor de deur van onze kamer en de zwijnen lagen met zijn drieën onder een bosje bij de deur. Gezellige boel. Na de wandelsafari van een pittige 2 uur stevig doorlopen sprongen we lekker weer in het zwembad, om af te koelen. Met Daniel had ik afgesproken om na de wandelsafari, zwemles te geven. Maar geen Daniel te bekennen.. vast bang voor een afgang. Chris was alleen in Mole, dus boden we aan met zijn drieën een hapje te eten in het restaurant. Na jaloers zijn wereldreis-avonturen aangehoord te hebben gingen we terug naar onze kamer, waar ik nog een koud bad nam en mijn verbrande huid begon te voelen. Alleen mijn voorkant was verbrand en is nu als enige kant dus bruin. Mijn billen en rug zijn nog net zo wit als de stranden van Ghana…

Donderdag begon erg vroeg. Om 3 uur ’s nachts werden we gewekt en om vier uur zaten we in de bus richting Tamale. Chris had ons voorbereid op het grootste potje hobbelen dat we ooit zouden meemaken. Maar dat viel alles mee, vonden wij, we zijn inmiddels aardig gewend aan de minimale wegen hier. Halverwege de reis stopten we ineens. Wat was er aan de hand? Toch geen lekke band? Toch niet vast komen te zitten in een of ander primitief gat?! Ik hoorde geschreeuw achter me.. zoef, alle hoofden voor mij draaiden zich om. Waarop ik volgde. Een groepje mannen gooiden woorden en beledigingen en al zo meer naar elkaar toe in het Twi. Geen idee wat ze zeiden, maar ze werden er alleen maar bozer en agressiever op. Er viel een klap, de bus reed een klein stukje verder, en de mishandelaar werd bij de plaatselijke politie eruit gezet. Opgeruimd staat netjes. En verder gingen we. Onderweg kocht Chris vage deegballetjes en liet ons proeven: Oliebollen! Alleen dan zonder rozijntjes of krentjes.. normaliter houd ik niet zo van oliebollen, maar hier is al het voedsel wat maar enig westerse overeenkomsten vertoond mijn favoriet.


Zes uur later (10 uur ’s ochtends), in Tamale aangekomen, namen we afscheid van onze Australiër en wisselden we facebook-gegevens uit, zodat we nog wat foto’s kunnen uitwisselen. We zochten naar een hotel en kwamen uit bij de TICCS (Tamele Institute of Cross Cultural Studies). Een paradijsje, liggend in het bos, tropische bomen en bloemen, een Jungle Bar, een schommel en de beste bedden van de hele week. Na twee uurtjes geslapen te hebben was het nog maar 1 uur ‘s middags. Op naar het centrum, de markt, de grote moskee en de leather factory wijk. Bij de laatste hebben we slippers op maat besteld en deze worden, als het goed is, gestuurd naar Sunyani. Ben benieuwd of ze daar ooit aankomen.

Aangezien Daan zich nog steeds erg belabberd voelde, gingen we weer gauw terug naar onze kamer en heb ik een heerlijke ananas geslacht en geschommeld onder de tropische bomen. Toen Daan weer een beetje bijkwam hebben we pizza gegeten, wat gedronken met twee Ghanezen en toen ze onze telefoonnummers vroegen namen we snel de benen. Het perfect zachte bed heeft mij een geweldige nachtrust geleverd, zodat ik de volgende dag op en top was voor een 7 uur durende reis naar huis.

De terugreis van Tamale naar Techiman zaten we in een te slome trotro, maar ik zat nu wel op een plek met meer dan voldoende beenruimte, gelukkig. Voor mij zat een man met 2 cm lange nagels. Bibbers, wat een engerd. Vanaf Techiman naar Sunyani zat ik naast deze engerd, eerst herkende ik hem niet. Een beetje laat kwam ik er achter dat hij het was. En ja, toen reed de trotro al. Geen weg terug. Ik zou een uur naast deze man moeten zitten. Wat een giller. Hij begon tegen me te praten. Hij was doordeweeks leraar in Walewale. En in het weekend reist hij af naar het weeshuis in Duayaw Nkwanta, dat hij en nog een paar mannen had opgericht. Laura met haar eeuwige vooroordelen. Wat een geweldige man met een nog mooier hart. De vieze lelijke nagels zag ik al bijna niet meer.

Anderhalf uur later haalde ik het slot van ons hek, gooide mijn rugtas af en plofte op de bank. Thuis. Heerlijk. Wat een week! Wat hebben we veel gezien, gedaan en ervaren…

Het resultaat van 1 week reizen in het noorden van Ghana: Honderdnegenenzeventig foto’s. Spierpijn in mijn billen van het trotro-zitten. Lekgeprikt door de muggen, in totaal zo’n 80 beten. Mijn benen zien er door de muggenbulten dus niet meer uit. Maar ook door de safari: krassen en schaven. Maar ik moet niet zeuren. Daan heeft de grootste oorlogswond. Opgelopen na een val in het riool in Wa. Heb me gevoeld als de koningin. Wat een aandacht. Heb het overleefd om van mijn planning af te wijken en de isolatie in Wechiau heb ik ook doorstaan. Gelukkig was dit maar voor 1 nachtje.

Het weekend thuis hebben we heerlijk rustig aan gedaan! Lekker veel geslapen en we waren te lui om de was zelf te doen. Dus zaterdag hebben we geprobeerd onze was bij de wasman in te leveren. En deze lieve man wilde onze enorm vuile stinkende was maar al te graag doen. Toen ik de schone was op kwam halen stond de wasman nog even mijn onderbroeken te strijken en op te vouwen.. ietwat ongemakkelijk gaf ik toe dat die van mij waren. Alles rook weer naar Omo! Zelfs mijn lakenzak was weer stralend wit. Was ook wel nodig, na 6 weken erin te hebben liggen stinken! Stinken doen we dus eventjes niet, maar dat zal vast wel weer komen met deze tropische temperaturen hier.

Onze zesde week in Ghana is alweer aangebroken en we gaan stagelopen op de maternity ward, een afdeling met zwangere vrouwen! Ik ben benieuwd wat we gaan tegenkomen… het leerdoel dat ik in ieder geval heb staan is dat ik wil leren hoe ze hun kind op hun rug knopen en hoe ze een baby-draagzak maken..

Tot volgende week lieve mensen.

Ps. Al 13 kaartjes binnen!!
Ps. We zijn er achter waarom alle kippen in Ghana die op straat lopen geverfd zijn! Zo weet men van wie, welke kip is.. we hebben inmiddels alle kleuren van de regenboog gezien! Van roze stippeltjes tot geheel groen. Heel vrolijk.