woensdag 15 oktober 2008

Verhaal 10 – Week #3 – Orthopedic ward

De orthopedic ward is alweer de derde afdeling die ik heb betreden. Het is de nieuwste afdeling, 1 jaar oud, en ziet er bijzonder goed uit vergeleken de rest van het ziekenhuis. De afdeling is netjes opgesplitst in 6 verschillende afdeling: Children, Female, Male, Side ward Female, Side ward Male en Private ward. Mooie witte blinkende tegels aan de muren, mooie vloeren en genoeg ventilatoren (mooi! Niet meer flauwvallen). Op deze afdelingen liggen allemaal patiënten met orthopedische aandoeningen. Van amputatie tot tumor en gecompliceerd fractuur. Naast de afdeling staat de orthopedische operatiezaal. Hier worden 2 dagen per week mensen onder het mes genomen door de lieve orthopedisch chirurg dr. Mo.

We hebben ons deze week al weer wat nuttiger kunnen maken. Een van de nuttige dingen was de bedden verschonen. Dan denk je, ja makkie, maar het is de orthopedic ward he! Een patient die niet uit bed kan en allemaal stellages om het bed met gewichten eraan ten behoeve van de skeletal traction. (Google zoek: skeletal traction balanced suspension with thomas splint and pearson attachment) Skeletal traction bij het scheenbeen bijvoorbeeld.. een pin zit operatief aan het scheenbeenbot bevestigt, aan die pin zit een heel stellage, waaraan de gewichten hangen. De botten worden zo op een goede manier gehouden, zodat de botten recht op elkaar groeien. Er hangt soms ook countertraction aan de patiënt. Als het ware tegengewicht, om te voorkomen dat de patiënt pardoes aan het voeteneind beland…

Ook op orthopedie hielpen we bij de medicatierondes en deelden we de medicatie uit. De wondverzorging gingen we ook meestal mee, om te observeren, want zelf doen, nee bedankt. Vooral niet op deze afdeling met allemaal gruwelijke wonden. ’s Ochtends wordt er begonnen met de wondverzorging op de childrens ward. Deze week lag daar maar 1 patientje steeds op ons te wachten.. wanneer hij ons aan zag komen met de steriele tafel verstijfde hij al. Eerst wist ik niet waarom, misschien was hij bang, had hij al pijn bij de gedachte aan de wondverzorging? Maar na een blik van dichtbij zag ik het. Het was niet zo gek dat hij ons schuwde. Hij had een geamputeerde rechterarm. En de amputatiewond moest verzorgd worden.. het ingedroogde verband voorzichtig eraf halen, wat nat maken en verder los trekken van de grote wond.. het lieve jongetje huilde en begon te gillen van de pijn. De verpleegkundige wierp naar het jongetje wat scheldwoorden in het Twi, hun streektaal, en stil was hij. Hij kreeg nog net geen tik uitgedeeld. Zo, wat hard. Pijn mag niet eens geuit worden hier. Hij is de hele wondverzorging verder stil blijven zitten, maar zat van de pijn te wiebelen met zijn tenen. En hij heeft zijn lippen ongeveer kapotgebeten. Trouwens, geen moeder te bekennen.. Het liefst zou je hem een warme deken van liefde geven die de pijn wat zou verzachten..

De vader was wel te bekennen. Op de afdeling ernaast. Hij en zijn zoontje hadden een auto-ongeluk gehad. Het zoontje verloor zijn rechterarm, de vader bijna zijn linkerhand. Bijna, hij zit er nog aan, maar hoe, er zit geen huid meer omheen. Dit was weer eens een wond die mijn maag deed ronddraaien. Twee andere wonden deden dat ook. Een man met een geamputeerd onderbeen, waar uit de amputatiewond nog steeds een stukje bot stak.. en een meisje uit Kintampo (de watervallen) met een hele diepe wond op haar scheenbeen. Een diep gapend ulcerend gat van zo’n 5 centimeter diep bij 10 centimeter lang. We vroegen ons af hoe deze wond zo heeft kunnen ontstaan. Een auto-ongeluk. En wanneer was dat ongeluk? Acht jaar geleden. Wat?! Acht jaar.. ze heeft continu operaties gehad om haar been te herstellen. En nu heeft ze al een tijdje een ontsteking aan een operatiewond. Acht jaar bezig herstellen van een stom auto-ongeluk…

Zoals ik in het begin introduceerde heeft de orthopedische afdeling ook een private ward. Een privékamer voor VIPs. Sister Mary, die mijn eerste stagedag erg ongerust over mij was, heeft een auto-ongeluk gehad, haar rechterbeen op zes plekken gebroken, daarbij heeft ze het ongeluk dat ze in haar eigen ziekenhuis moet liggen. Maar dan wel op de privékamer natuurlijk! De patiënten op de normale afdelingen worden allemaal met dezelfde instrumenten en materialen verpleegd, maar sr.Mary krijgt haar eigen steriele tafel. Wat een ratjes, ze weten dus wel wat steriel werken inhoudt!!! Huppakee, nieuw steriel setje én steriele handschoenen worden gebruikt. Na wat geslijm van het personeel bij sister Mary begon de wondverzorging. Ze had een open wond aan haar enkel en haar verband was ook in de wond gedroogd, net als bij het jongetje met de amputatiewond. Om het los te weken gooiden de verpleegkundigen wat ontsmettingsmiddel overheen, dat brandde aardig en dat merkte ik. Ik stond met vingers in mijn oren, misschien wel heel asociaal. Maar zelfs Danielle, die aan de andere kant van de afdeling was, hoorde haar noodkreten. Het verband er af trekken werd haar bijna te veel. Ze ging dood, zei ze. Mensen kinderen, het jongetje krijgt bijna een klap voor zijn gezicht wanneer hij een beetje aan het huilen en jammeren is en sister Mary mag het hele ziekenhuis bij elkaar schreeuwen en roepen dat ze dood gaat. Wat een rare wereld toch.

Na de wondverzorging vroeg sr.Mary mij, of ik het raar vond dat ze moord en brand had geroepen. Had ze dan toch gezien dat ik al rollend met mijn ogen, mijn vingers in mijn oren had?! Twijfel, wat zal ik zeggen? Zeggen dat ik de vergelijking met het jongetje verschrikkelijk vind?! Nee, ik wist me in te houden. Wel, als u veel pijn hebt, begrijp ik dat u dat moet uiten. Altijd netjes blijven. Een tweede vraag van Mary’s kant. Of de wondverzorging hetzelfde ging als in Nederland. Nee, zei ik resoluut. O, zei Mary, dan leer je hier dus? Ja, hoe het niet moet!!

Om te voorkomen dat sr.Mary het verband weer in de wond zou drogen kreeg sister Mary vetgazen op haar wonden. Het jongetje niet. De volgende dag vroeg ik waarom het jongetje geen vetgazen kreeg, ‘ow… owja… ja dat kan wel denk ik’, was het twijfelende antwoord van de verpleegkundige. Ja, doe dat maar. Dat kind is al getraumatiseerd, en moet ook nog eens een heel leven zonder rechterarm doorkomen, laat hem asjeblieft niet onnodig pijn lijden.

De wondverzorging wordt overigens gedaan met materiaal uit Nederland. Tenminste dat denk ik. De instrumenten lijken verdacht veel op de instrumenten uit het ‘Afgeschreven instrumenten bakje: Botte scharen en scheve pincetten’ uit huisartsenpraktijk Nunspeet. Hebben jullie, assistentes uit Nunspeet, ze verzameld en opgestuurd? ;)

Het was verder een aardig relaxte week. Dinsdag- en woensdagmiddag hebben we Sunyani bezocht. De eerste keer om te internetten en de tweede keer om naar de stofjesmarkt te gaan. Na het internetten in Sunyani op dinsdagmiddag kreeg ik van het internetmannetje gefrituurde planteen in reepjes aangeboden. Eten proeven sla ik natuurlijk niet af en we zijn er achter gekomen dat mensen zich echt beledigd voelen als je het afslaat. Danielle had het vijf minuten voor mij wel afgeslagen en toen ik tegen het internetmannetje zei dat ik ook een stukje voor Danielle mee wilde nemen keek hij me erg chagrijnig aan. No, she didn’t want.. so she won’t get it. Oke. Dan 1 stukje. Planteen hadden we al eens eerder gegeten, als een hele banaan die gefrituurd was, maar dit keer waren het dunne harde reepjes dat smaakte naar chips zonder zout.. heb ik nu dan toch eindelijk mijn Lays chips zonnebloemolie gevonden?? We hebben op straat gelijk maar een zakje gekocht!
Eigenlijk schrijf ik best vaak over hoe het eten hier is.. maar eten is ook een van de dingen waar ik enorm van kan genieten thuis en ook hier. En dat goed en lekker eten hier niet vanzelfsprekend is, zijn we al wel achtergekomen.

Na het internetten ging ik mijn eerste kaartje op de bus doen! Spannend! Hoe lang zal het duren voor hij de wereldreis heeft volbracht en Holland heeft bereikt? We liepen door de achterbuurten van Sunyani, een shortcut naar de postoffice, en onderweg kwam ik mijn stofje tegen waarvan ik mijn schoenenzak heb gemaakt. Een retroprintje, blauw met wit geblokt, met appeltjes erop, haha, de zak van max uit Nederland wordt flink uitgebuit. Alle tweedehands dingen, denk aan kleding, schoenen, sokken, tassen, wintermutsen (??) en stofjes, worden hier duur verhandeld op straat. Daar is het niet voor bedoeld mensen! Maar oke. Zoals ik jullie wel eens verteld heb rijden hier van die instabiele werkbusjes (trotro’s) rond waar teveel mensen ingepropt worden. Nou de helft daarvan komt uit Duitsland en Nederland!! Het rode busje met ‘Uw specialist in rolluiken, schermen…’ rijdt menigmaal langs Duayaw Nwkanta. Veel komt hier uit Nederland. We hebben ook plastic tassen uit NL gespot. Ook wanneer we eten halen op de markt of een Fanmilk ijsje halen, krijgen we een stukje krant erom heen. Leuk om gedeeltes van de Spits te lezen...

Ons huisje heeft trouwens een make-over gehad. Mijn ver weggestopte passie voor binnenhuisarchitectuur kwam opborrelen en verschoof de zitbanken. Wat ik al dacht: veel gezelliger, een relaxt zithoekje! Niet alleen de zithoek is onder handen genomen. De schilder en de nuonneger zijn ook langs geweest. De eerste kwam kijken welke kleuren wij op onze wanden hebben zitten en komt ze, hopelijk wanneer wij hier weg zijn, ze voorzien van een fris likje. Ik kwam de schilder toevallig tegen toen ik even van stage wegging om thuis wat drinken voor mij en Daan te halen. Hij vroeg of hij de kleuren kon bekijken in ons huisje.. even een twijfelmomentje door mijn achterdocht tegenover het mannelijk geslacht, en ja, die man kan wel zeggen dat ie schilder is, maar ik zie er niks van. Geen verfvingers, geen vies overall. Maar oke, vooruit. Al lopend richting mijn huisje overdacht ik mijn zelfverdedigingstactieken. Slot van het hek en daar stond de wildvreemde kwast (!) in mijn woonkamer. Geel, zei ik. Nee zei de schilder, het is cremekleur.. de badkamer heeft een perzik kleurtje, maar nee, dit was ook cremekleur. Oke. Hup naar mijn slaapkamer. Blue! Of vindt u dat het cremekleur is?! De schilder liet eindelijk zijn witafstekende tanden zien. Yeah, ze kunnen ook hier enigszins om mijn grapjes lachen. Ik vertelde de beste man dat ik de kleur heel mooi vond, waarop hij vroeg of hij het precies dezelfde kleur moest verven van mij. Ehm, ja doe dat maar voor mij meneer. Nee geintje, ik liet de kleur natuurlijk aan hem over. De nuonneger kwam aan ons hek. Hij wou de stand van het elektriciteitsverbruik opnemen. Gebeurt dat ook in Ghana dan? Ja dus. Joost mag weten wat er met de waardes wordt gedaan. Zouden we een rekening krijgen? Een torenhoge? De ventilatoren maar wat zachter zetten?

Of misschien toch iets minder filmpjes kijken? Van de meiden van Utrecht hebben we de serie Julia’s Tango kunnen lenen. Na vier afleveringen konden we eindelijk onszelf overhalen om niet nog meer te kijken. Erg verslavend. De spelletjes doen het hier trouwens ook goed. Op aanraden van mijn oma heb ik het meesterlijke spel Rummikub meegenomen. Helaas staat Danielle nog steeds boven mij op de ranglijst, maar al dat oefenen met mijn oma, moet er uiteindelijk toch voor zorgen dat ik Danielle keihard ga inmaken. Mijn oma leest deze uitgeprinte verhalen ook. En vorig weekend was ze van de vele pagina’s er één paar kwijt geraakt… ze hing bijna in de gordijnen, maar vond uiteindelijk de verhalen toch terug op een meesterlijke plek: in haar eigen Rummikubdoos!

Ow.. ik ben al bijna aangekomen aan het eind van mijn verhaal.. nog even over mij persoonlijk. Het gaat met mij nog steeds goed. Een paar kilootjes kwijt maar ik waai nog niet weg.. Geen gekke dingen alleen nog een beetje verkouden. Maar gelukkig doen ze hier niet moeilijk over verkoudheidsgebonden geluiden en daarom kan ik gerust mijn neus luidruchtig ophalen (in bijvoorbeeld een trotro) zonder dat iemand me raar aankijkt. Op straat loopt ook iedereen maximaal te roggelen en te tuffen. Echt heel vies, soms gaat het rakelings langs je heen..jaiks.

Zo. Mijn schrijfsels zijn op. Aankomend weekend gaan we trouwens naar Bobiri Forest, Ejisu en Lake Bosumtwi! En volgende week staat childrens ward op het rooster..

Dag lieve mensen…

Ps. Een dino-lijkje gevonden! In een hoekje van onze binnenplaats vond ik een skeletje van een salamandertje.. maar toen ik daar een foto van maakte en vergrootte op mijn laptop schrok ik me naar. Het lijkt echt een dino met enorme tanden. Zijn de dino’s hier in Ghana dan toch nog niet uitgestorven?! AH!

Geen opmerkingen: